warm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: warm (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑrəm / (1 of 2 lettergrepen); /ʋɑrṃ/
Woordafbreking
- warm
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | warm | warmer | warmst |
verbogen | warme | warmere | warmste |
partitief | warms | warmers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
warm
- (natuurkunde) een hoge temperatuur hebbend
- Dit is een warme kachel.
- ▸ In Nederland is het warm, maar in Frankrijk en Spanje is het warmer, warmst. De hittegolven slaan toe in Zuid-Europa en toeristen puffen en zweten erop los. Hoe wapen je je onderweg naar je vakantiebestemming tegen de verzengende hitte? En hoe zorg je ervoor dat je koel blijft op de camping? NU.nl vroeg het enkele deskundigen.[3]
- (kleding) de warmte van het lichaam vasthoudend
- Vandaag dragen we warme kleding.
- (figuurlijk) enthousiast
- Ik begin er al helemaal warm voor te lopen!
- waarbij warmte nodig is
- Haal even brood bij de warme bakker.
- (figuurlijk) prettig overkomend
- Dat schilderij bestond uit allerlei soorten warme kleuren.
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- warmbeitel, warmbloed, warmbros, warmdraaien, warmen, warmhartig, warmlopen, warmte, warmvoelend
Uitdrukkingen en gezegden
- iets of iemand een warm hart toedragen
iemand sympathiek vinden / iets of iemand willen ondersteuken
- • Hij was, net als Scout & Frodo, een zogenaamde Trail Angel: iemand die de Pacific Crest Trail (PCT)-gemeenschap een warm hart toedraagt en de wandelaars vrijwillig een lift geeft, een bed biedt en advies en water geeft. [4]
Vertalingen
Bijwoord
warm
- op warme wijze
- Hij werd warm onthaald.
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
- warmlopen: Zij waren bezig zich warm te lopen.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
warmen |
warm
Gangbaarheid
- Het woord warm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "warm" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "warm" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ warm op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Hittegolf in Zuid-Europa: zo houd je je hoofd koel op (weg naar) de camping” (13 juli 2022), NU.nl
- ↑ Tim Voors: Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada, 2018
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: warm (VS) (hulp, bestand)
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
warm | warmer | warmest |
Bijvoeglijk naamwoord
warm
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to warm |
he/she/it | warms |
verleden tijd | warmed |
voltooid deelwoord |
warmed |
onvoltooid deelwoord |
warming |
gebiedende wijs | warm |
Werkwoord
warm
Synoniemen
- [2] warm up
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.