beroepsblind
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beroepsblind (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·roeps·blind
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en blind met het invoegsel -s-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | beroepsblind | beroepsblinder | beroepsblindst |
verbogen | beroepsblinde | beroepsblindere | beroepsblindste |
partitief | beroepsblinds | beroepsblinders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
beroepsblind
- niet in staat om fouten op te merken door een te eenzijdige gerichtheid (oogkleppen)
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- beroepsblindheid, kokervisie
Gangbaarheid
- Het woord beroepsblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.