beroer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beroer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·roer
enkelvoud meervoud
naamwoord beroer -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetberoero

  1. (verouderd) (17e eeuw) onrust, opstand
    • Swaermoedich ghepeyns, drucksinnich beroer.. 

Werkwoord

vervoeging van
beroeren

beroer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroeren
    • Ik beroer. 
  2. gebiedende wijs van beroeren
    • Beroer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroeren
    • Beroer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beroer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.