berooid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  berooid    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈrojt/
Woordafbreking
  • be·rooid
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Fries, in de betekenis van ‘arm’ voor het eerst aangetroffen in 1488 [1]
  • Ontleend aan het Friese beroaid (berooid).
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen berooidberooiderberooidst
verbogen berooideberooidereberooidste
partitief berooidsberooiders-

Bijvoeglijk naamwoord

berooid

  1. zonder geld of andere bezittingen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord berooid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Afrikaans

Bijvoeglijk naamwoord

berooid

  1. berooid
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.