nooddruftig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nooddruftig    (hulp, bestand)
  • IPA: /noˈdrʏftəx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • nood·druf·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen nooddruftignooddruftigernooddruftigst
verbogen nooddruftigenooddruftigerenooddruftigste
partitief nooddruftigsnooddruftigers-

Bijvoeglijk naamwoord

nooddruftig [1]

  1. (formeel) behoeftig, berooid, arm
  2. in grote nood verkerend voor voeding, kleding en huisvesting
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nooddruftig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.