beschaamde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beschaamde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·schaam·de

Bijvoeglijk naamwoord

beschaamde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van beschaamd

Werkwoord

vervoeging van
beschamen

beschaamde

  1. enkelvoud verleden tijd van beschamen
    • Ik beschaamde. 
    • Jij beschaamde. 
    • Hij, zij, het beschaamde. 
  2. verbogen vorm van beschaamd, voltooid deelwoord van beschamen

Gangbaarheid

  • Het woord beschaamde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.