bestralen

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
bestralenbestralend
bestralingbestraald
Uitspraak
  • Geluid:  bestralen    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈstralə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·stra·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bestralen
bestraalde
bestraald
zwak -d volledig

Werkwoord

bestralen

  1. overgankelijk aan straling blootstellen
    • Als iets bestraald wordt, gebeurt dat meestal met gamma- of röntgenstraling. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bestralen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.