beur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beur

Werkwoord

vervoeging van
beuren

beur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beuren
    • Ik beur. 
  2. gebiedende wijs van beuren
    • Beur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beuren
    • Beur je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

beur m

  1. (spreektaal) Arabier, Fransman van Noord-Afrikaanse oorsprong [1]
Verwante begrippen
Schrijfwijzen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.