beweeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beweeg    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈwex/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /bəˈʋeχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bəˈβ̞ex/
    • (Limburg): /bəˈwex/
Woordafbreking
  • be·weeg

Werkwoord

vervoeging van
bewegen

beweeg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen
    • Ik beweeg. 
  2. gebiedende wijs van bewegen
    • Beweeg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen
    • Beweeg je? 

Gangbaarheid

  • Het woord beweeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.