bewegelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bewegelijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·we·ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bewegelijk | bewegelijker | bewegelijkst |
verbogen | bewegelijke | bewegelijkere | bewegelijkste |
partitief | bewegelijks | bewegelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bewegelijk
- veel bewegend; snel veranderend
- ▸ De meeste beurzen in Azië leden vandaag weer fors verlies. De handel verliep nerveus en bewegelijk en zwalkte op sommige beurzen van zwaar verlies naar lichte winst om weer met verlies te eindigen.[1]
- ▸ Ook de andere Europese beurzen zijn bewegelijk. In Frankfurt staat de belangrijkste graadmeter 0,5 procent hoger, Londen en Parijs winnen 1,5 tot 2 procent.[2]
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bewegelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Is er een China-crisis in aantocht?” (Dinsdag 25 augustus 2015, 13:07), NOS
- ↑ Weblink bron “Onrustig begin nieuwe beursweek” (Maandag 22 augustus 2011, 11:20), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.