bewoog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewoog    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈwox/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /bəˈʋoχ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bəˈβ̞ox/
    • (Limburg): /bəˈwox/
Woordafbreking
  • be·woog

Werkwoord

vervoeging van
bewegen

bewoog

  1. enkelvoud verleden tijd van bewegen
    • Ik bewoog. 
    • Jij bewoog. 
    • Hij, zij, het bewoog. 

Gangbaarheid

  • Het woord bewoog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.