bezwaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezwaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zwaard
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bezwaren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van: bezwaren…
verbogen vorm: bezwaarde

bezwaard

  1. voltooid deelwoord van bezwaren
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bezwaardbezwaarderbezwaardst
verbogen bezwaardebezwaarderebezwaardste
partitief bezwaardsbezwaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

bezwaard

  1. gedrukt door schuldgevoel
  2. belast (bijv. door een hypotheek)

Bijwoord

bezwaard

  1. gedrukt door schuldgevoel
     Misschien voelde Jeroen zich na zijn belachelijke gedrag van die morgen zo bezwaard dat hij nu fris en monter voor haar wilde verschijnen.[1]
Antoniemen
Hyponiemen
  • overbezwaard
Afgeleide begrippen
  • bezwaardheid, onbezwaardheid

Gangbaarheid

  • Het woord bezwaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.