bezwarend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezwarend    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈzwarənt/
Woordafbreking
  • be·zwa·rend

Werkwoord

vervoeging van: bezwaren
verbogen vorm: bezwarende

bezwarend

  1. onvoltooid deelwoord van bezwaren
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bezwarendbezwarenderbezwarendst
verbogen bezwarendebezwarenderebezwarendste
partitief bezwarendsbezwarenders-

Bijvoeglijk naamwoord

bezwarend

  1. hinder veroorzakend
  2. van zaken dat ze het schuldig zijn van de verdachte waarschijnlijker maken
    • Uit de aanklacht van de fiscus blijkt dat er zoveel bezwarende elementen tegen Caminero waren dat die nu vier jaar cel en een megaboete van 4 miljoen euro eist. [1] 
    • Op woensdag 5 februari beslist de politie of er voldoende bezwarende elementen zijn om de zaak voor te leggen aan een onderzoeksrechter. [2] 
    • De vriendin van Brown legde echter bezwarende getuigenissen af, maar trok die later weer in. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bezwarend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.