bijbels
Niet te verwarren met: Bijbels |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijbels (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛibəls / (2 lettergrepen)
Woordherkomst en -opbouw
- zn: bijbel zn met de uitgang -s
Woordafbreking
- bij·bels
Zelfstandig naamwoord
de bijbels mv
Bijvoeglijk naamwoord
bijbels
Gangbaarheid
- Het woord bijbels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijbels" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Wouter van Dijke“Groene Bijbel uit de handel om fraude” (30 november 2016) op nrc.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.