bijdoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijdoen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijdoen
deed bij
bijgedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

bijdoen [1]

  1. toevoegen, aanbrengen, bijleggen, bijmengen, bijvoegen, toegeven
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijdoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.