bijladen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijladen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·la·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijladen
laadde bij
bijgeladen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

bijladen [1]

  1. overgankelijk (iets) aan de lading toevoegen
  2. overgankelijk de lading van een accu aanvullen
Afgeleide begrippen
  • bijlading

Gangbaarheid

  • Het woord bijladen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.