bimbammen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bimbammen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bim·bam·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

bimbammen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bimbammen
bimbamde
gebimbamd
zwak -d volledig
  1. luiden van van een klok; klingelen van een klok

Gangbaarheid

  • Het woord 'bimbammen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
48 %van de Nederlanders;
46 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.