binnenbrengen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnenbrengen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenbrengen
bracht binnen
binnengebracht
zwak -cht volledig

Werkwoord

binnenbrengen

  1. van buiten naar binnen vervoeren, van verderweg naar dichterbij vervoeren
    • De boeren brachten de oogst binnen in de schuur voordat het begon te regenen. 
  2. Geld verdienen voor een bedrijf of huishouden
    • De hardwerkende man bracht genoeg geld binnen voor zijn gezin 

Gangbaarheid

  • Het woord binnenbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.