binnenvallen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnenvallen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·val·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnenvallen
viel binnen
binnengevallen
klasse 7 volledig

Werkwoord

binnenvallen

  1. ergatief zonder uitnodiging ergens naar binnen gaan
    • Ze waren daar maar gewoon binnengevallen. 
     Dennis en Max hadden op school bij hun vriendjes informatie opgedaan en waren met rode konen het huis binnengevallen.[1]
  2. ergatief een invasie plegen
    • Vandaag is het 71 jaar geleden dat nazi-Duitsland Nederland en België binnenviel. 

Gangbaarheid

  • Het woord binnenvallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.