binomiaal

Nederlands

Uitspraak

Geluid: binomiaal (hulp, bestand)

Woordafbreking

bi·no·mi·aal

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van binomium (tweearmig) met het achtervoegsel -aal

	stellend
onverbogen	binomiaal
verbogen	binomiale

Bijvoeglijk naamwoord

binomiaal

met betrekking tot het binomium (van Newton)

Afgeleide begrippen

binomiaalcoëfficiënt

Vertalingen

1. met betrekking tot het binomium (van Newton)

Spaans: binomial ^(es)

Tsjechisch: binomický ^(cs)
Slowaaks: binomický ^(sk), dvojčlenný ^(sk)

Gangbaarheid

Het woord 'binomiaal' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binomiaal" herkend door:

56 %	van de Nederlanders;
63 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.