binomium

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binomium    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bi·no·mi·um
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord binomium binomiums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetbinomiumo

  1. (wiskunde) tweeterm in de vorm van a + b
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'binomium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.