biomarker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: biomarker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bio·mar·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biomarker | biomarkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de biomarker m
- (medisch) een meetbare indicator van een of andere biologische toestand of conditie (bv. hoeveelheid van een bepaalde stof in het bloed) aan de hand waarvan een diagnose kan worden gesteld
Gangbaarheid
- Het woord biomarker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.