biter

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  biter    (hulp, bestand)

Werkwoord

biter

  1. (spreektaal) snappen
    «Putain! J’bite rien en math cette année!»
    Verdomme! Ik snap dit jaar niks van wiskunde! [1]

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • bi·ter

Werkwoord

biter

  1. tegenwoordige tijd van bite

Nynorsk

Woordafbreking
  • bi·ter

Werkwoord

biter

  1. tegenwoordige tijd van bite
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.