bobijnen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bobijnen    (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
  • bo·bij·nen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bobijnen
bobijnde
gebobijnd
zwak -d volledig

Werkwoord

bobijnen [2]

  1. kant klossen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

debobijnenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bobijn

Gangbaarheid

  • Het woord bobijnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
19 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.