bobijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bobijn (hulp, bestand)
- IPA: / boˈbɛin / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- bo·bijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bobijn | bobijnen |
verkleinwoord | bobijntje | bobijntjes |
Zelfstandig naamwoord
de bobijn v / m
- cilinder waar draad omheen gewonden zit
- Bestuurders op een snelweg in Pennsylvania konden hun ogen niet geloven toen ze een grote bobijn op hen zagen afkomen. Het gevaarte was van een truck gevallen en rolde verder. De auto's die in tegengestelde richting kwamen, moesten het ding ontwijken. Uiteindelijk raakte de bobijn de kant en werd hij gestopt. [3]
- Granulaten, bobijnen, aanknoopmachines. Tijdens de rondleiding in de fabriekshallen van tapijtenmaker Balta is het Nederlands van hoog niveau. De hr-verantwoordelijke wordt dan nog overstemd door het geraas van de machines – ‘als je hier wil werken, ben je beter geen babbelaar’, zegt ze. [4]
- een cilinder waar film omheen gewonden zit
Synoniemen
- garenklos, spoel, spinklos, weversklos
Afgeleide begrippen
- bobijnklos, bobijnhouder
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bobijnen |
bobijn
Gangbaarheid
- Het woord bobijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bobijn" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ bobijn op website: Etymologiebank.nl
- ↑ De Standaard 8 januari 2017 Grote bobijn rolt over snelweg
- ↑ De Standaard 13 juni 2017 Vluchtelingen speeddaten voor werk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.