boerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boer·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘klucht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]

Werkwoord

vervoeging van
boeren

boerde

  1. enkelvoud verleden tijd van boeren
    • Ik boerde. 
    • Jij boerde. 
    • Hij, zij, het boerde. 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord boerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.