bolderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bolderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bol·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘geraas maken’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bolderen
bolderde
gebolderd
zwak -d volledig

Werkwoord

bolderen [3] [4]

  1. onovergankelijk zich rammelend voortbewegen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bolderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.