gebolder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gebolder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·bol·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebolder
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgeboldero

  1. het aanhoudend zich met veel leven voortbewegen
    • Een ieder die in de buurt van een boerderij woont zal kunnen beamen dat het motorgebrul van de tractoren en het gebolder van de daarmee getrokken vehikels, dat bij nacht en ontij over de omgeving wordt uitgestort, vaak alle perken te buiten gaat.[2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.