bollen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bollen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bol·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘het bolspel of kegelspel spelen’ voor het eerst aangetroffen in 1555 [1]
  • Herkomst: Bargoens [2]
  • afgeleid van bol met het achtervoegsel -en [3] [4] [5]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bollen
bolde
gebold
zwak -d volledig

Werkwoord

bollen [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12]

  1. onovergankelijk bol gaan staan
  2. overgankelijk bol maken
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

debollenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bol

Gangbaarheid

  • Het woord bollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[13]

Verwijzingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.