bol
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bol (hulp, bestand)
- IPA: / bɔl / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- bol
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘rond voorwerp’ voor het eerst aangetroffen in 1280 [1]
- In de betekenis van ‘rond’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
- Middelnederlands: bolle m “bol, rond voorwerp”
- Germaans: *bullan- “bal” [7]
- Indo-Europees: -
- Verwant in Germaans:
- West: Engels: bowl (Angelsaksisch: bolla m “kom”), Oudhoogduits: bolla v “kom”, (? Oudfries: bolla m “een ronde broodsoort”, uit Judeo-Spaans bollo “een ronde, zoete broodsoort”)
- Noord: (Oudnoords: bolli m “beker”), Faeröers: bolli m “kom, beker”, “kop, hoofd”
- [6] Herkomst: Bargoens [8], verkort uit bolleboos.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bol | bollen |
verkleinwoord | bolletje | bolletjes |
Zelfstandig naamwoord
de bol m
- (wiskunde) (o.a. stereometrie) driedimensionaal lichaam, begrensd door een gebogen oppervlak waarvan alle punten even ver verwijderd zijn van het middelpunt, sfeer
- min of meer rond voorwerp
- Bovenop de mast was een bol bevestigd, waarop je moest proberen te blijven staan.
- ▸ De meester van Trail Magic was Coppertone, die ik meer dan acht keer ben tegengekomen tussen Mexico en Canada. Hij reed in zijn camper naar het noorden en dook op de gekste plekken op. Hij deelde dan zijn befaamde root-beer-float Trail Magic uit: een wonderlijk Amerikaans gerecht dat bestond uit een bolletje vanille-ijs in een plastic bekertje met root-beer (een soort ginger ale).[9]
- (biologie) bolvormig, vlezig, onderaards plantendeel in schubben of rokken opgehoopt waar gestopt in de grond een plant uit groeit, bloembol
- De bollen moesten in oktober in de grond geplaatst worden.
- (spreektaal) (informeel) een hoofd
- Hoe haal je het in je bol om die kast weg te geven!
- rond brood met bolle bovenkant
- Kun jij even wat volkoren bolletjes bij de bakker halen?
- v/m (Jiddisch-Hebreeuws) heer, baas
Synoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Verwante begrippen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
Vertalingen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bol | boller | bolst |
verbogen | bolle | bollere | bolste |
partitief | bols | bollers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bol
- een glooiende uitstulping in een oppervlak vormend
- Bolle wangen.
- ▸ 'Goed gezien, bolle,' bracht Jochem tussen twee stappen door hijgend uit.[10]
Bijwoord
bol
- een glooiende uitstulping in een oppervlak vormend
- ▸ De glimlach op haar gezicht stond ineens bol van de spontaniteit. [10]
Synoniemen
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
- (om een zeil) bol staan
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bollen |
bol
Gangbaarheid
- Het woord bol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bol" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[11] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- 1 2 "bol" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ bol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Guus Kroonen, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013, blz. 83.
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- 1 2 “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Uitspraak
- Geluid: bol (hulp, bestand)
- IPA: /bɔl/
Woordherkomst en -opbouw
- [1][5] Uit het Middelfrans bolle, ontleend aan Middelengels bolle (uit Oudengels bolla, bolle ”kom, beker, pot“), verwant met Nederlands bol.
- [2][3][4] Uit het Laatlatijn bōlus “klei”.
- [5](eufemisme) voor cul “kont” (in de uitdrukking avoir du cul “geluk, mazzel hebben”).
Zelfstandig naamwoord
bol m
- kom
- vette klei, leem
- (biologie) (medisch) bolus (= vette klei die als medicijn voor dieren dient)
- (biologie) voedselbal (in de krop van o.m. vogels)
- (spreektaal) geluk, mazzel
- «J’ai eu du bol, un peu plus et je ratais l’avion.»
- Ik heb gemazzeld, iets later en ik had het vliegtuig gemist.
- «Pas de bol!»
- Da's pech hebben! [1]
- «J’ai eu du bol, un peu plus et je ratais l’avion.»
Uitdrukkingen en gezegden
- [5] avoir du bol
Verwijzingen
IJslands
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Naar frequentie | 24589 |
---|
Zelfstandig naamwoord
bol
Zelfstandig naamwoord
bol
- accusatief onbepaald mannelijk enkelvoud van bolur
Nedersorbisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *bolь
Zelfstandig naamwoord
ból
Schrijfwijzen
- ból v
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / buːl /
Woordafbreking
- bol
Woordherkomst en -opbouw
- [A]: Afkomstig van de Oudnoordse woorden bolr zn en bulr zn
- [B1-3]: Afkomstig van het Oudnoordse woord ból zn leger voor mensen en dieren
- [B4]: Afkomstig van het Noorse woord bole ww neuken
Naar frequentie | 40300 |
---|
[A] m |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bol | bolen | boler | bolene |
genitief | bols | bokens | bolers | bolenes |
Zelfstandig naamwoord
[A] bol, m
- een lichaam zonder hoofd, armen en benen, torso
- het onderdeel van een kledingstuk voor [1]
- een boomstam zonder takken
Synoniemen
[B] o |
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | bol | bolet | bol | bola bolene |
genitief | bols | bolets | bols | bolas bolenes |
Zelfstandig naamwoord
[B] bol, o
- een schuilplaats voor insecten en kleine dieren, nest
- (historisch) een stuk landbouwareaal van een bepaalde omvang dat een bepaald huurbedrag oplevert
- (streektaal) leger (voor mensen), slaapplaats
- (vulgair) bijslaap, geslachtsgemeenschap
Synoniemen
Hyponiemen
- [1]: humlebol zn
- [1]: musebol zn
- [1]: ormebol zn
- [1]: vepsebol zn
- [2]: laupsbol zn
- [2]: mamatebol zn
- [2]: månedsmatsbol zn
Afgeleide begrippen
- [1]: bolig zn
- [1]: bosted zn
Uitdrukkingen en gezegden
- [B1]: stikke hånden inn i et vepsebol
zich in een wespennest steken (zich bemoeien met andermans controversiële zaken)
Zelfstandig naamwoord
bol
- nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van bol
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /bɔl/
Woordafbreking
- bol
Werkwoord
bol
- enkelvoud verleden tijd van byť
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bɔl/
Woordafbreking
- bol
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Slavische *bolь
Zelfstandig naamwoord
bol monbezield
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | bol | boly |
genitief | bolu | bolů |
datief | bolu | bolům |
accusatief | bol | boly |
vocatief | bole | boly |
locatief | bolu | bolech |
instrumentalis | bolem | boly |
Verwante begrippen
Anagrammen
Werkwoord
bol
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord bolet
Wymysoojs
Zelfstandig naamwoord
bol
Schrijfwijzen
- ball
- baol
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.