bomig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bomig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bo·mig
Woordherkomst en -opbouw

afleiding van boom met het achtervoegsel -ig [1]

stellend
onverbogen bomig
verbogen bomige
partitief bomigs

Bijvoeglijk naamwoord

bomig [2]

  1. met eigenschappen van een boom
  2. met veel bomen beplant, bebost
  3. ruw of stroef van tanden
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bomig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.