bonk af

Uitspraak

• Geluid:  bonk af    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bonk af

Woordherkomst en -opbouw

• uit bonk (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

bonk (...) af

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbonken
   

   • Ik bonk af. 

2. gebiedende wijs van afbonken
   

   • Bonk af! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbonken
   

   • Bonk je af? 

Gangbaarheid

• Het woord 'bonk af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.