bootte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boot·te
Woordherkomst en -opbouw
- boot ww met de uitgang -te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boten |
[A] bootte
- enkelvoud verleden tijd van boten
- Ik bootte.
- Jij bootte.
- Hij, zij, het bootte. "kloppen, slaan"
- Ik bootte.
vervoeging van |
---|
booten |
[B] bootte
- enkelvoud verleden tijd van booten
- Ik bootte.
- Jij bootte.
- Hij, zij, het bootte. "opstarten"
- Ik bootte.
Gangbaarheid
- Het woord bootte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.