bouc

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  bouc    (hulp, bestand)
  • IPA: /buk/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  bouc     le bouc     boucs     les boucs  

Zelfstandig naamwoord

bouc m

  1.  bok zn  [1]; mannetjesgeit
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.