braam af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  braam af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbram ˈɑf/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • braam af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbramen

braam (…) af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbramen
    • Ik braam af. 
  2. gebiedende wijs van afbramen
    • Braam af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbramen
    • Braam je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'braam af' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.