bracht voort

Uitspraak

• Geluid:  bracht voort    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bracht voort

Woordherkomst en -opbouw

• uit bracht (werkwoord) en voort, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

bracht voort

1. enkelvoud verleden tijd van voortbrengen
   

   • Ik bracht voort. 
     
   • Jij bracht voort. 
     
   • Hij, zij, het bracht voort. 

Gangbaarheid

• Het woord bracht voort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.