bracket

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bracket    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brac·ket
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engelse 'bracket'
enkelvoud meervoud
naamwoord bracket brackets
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debracketm

  1. (werktuigbouwkunde) gedeelte van het fietsframe waarin de trapas is gemonteerd
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bracket' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.