brigða

Oudnoords

Woordafbreking
  • breg·ða
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
brigða
brigðar
brigðaði
brigðat
Klasse 1 zwak volledig

Werkwoord

brigða

  1. veranderen, wijzigen
  2. omduwen, omstoten
  3. frauderen
  4. onketenen, veroorzaken
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.