brille

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brille    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbrijə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bril·le
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘uitzonderlijke begaafdheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1840 [1]
  • zn: nagebootst Frans, afgeleid van  briller ww  "schitteren" [2][3]
  • ww:  bril ww  met de uitgang -e

Zelfstandig naamwoord

debrillem

  1. schittering van een opmerkelijke daad, een unieke prestatie, een grote reputatie of een bijzondere beheersing
    • Hij heeft zijn examens met brille gehaald. 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
brillen

brille

  1. aanvoegende wijs van brillen

Gangbaarheid

  • Het woord brille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
33 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
brillar

brille

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van brillar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van brillar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van brillar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.