brokkelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brokkelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brok·kel·de

Werkwoord

vervoeging van
brokkelen

brokkelde

  1. enkelvoud verleden tijd van brokkelen
    • Ik brokkelde. 
    • Jij brokkelde. 
    • Hij, zij, het brokkelde. 
     Elke stroperige seconde brokkelde haar zorgvuldig opgebouwde verdedigingslinie verder af.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord brokkelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.