brujo

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈbɾu.xo/
Woordafbreking
  • bru·jo
enkelvoud meervoud
brujo brujos

Zelfstandig naamwoord

brujo m

  1. heksenmeester, tovenaar
  enkelvoud meervoud
mannelijk brujo brujos
vrouwelijk bruja brujas

Bijvoeglijk naamwoord

brujo

  1. betoverend, prachtig
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.