buikharigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buikharigen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • buik·ha·ri·gen
Woordherkomst en -opbouw
  •  buikharige zn  met de uitgang -n
enkelvoud meervoud
naamwoord buikharigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debuikharigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buikharige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) een stam Gastrotricha  van microscopisch kleine ongewervelde dieren. De wetenschappelijke naam, Gastrotricha, is afgeleid van Oudgrieks: γαστήρ (gastēr) betekent buik en θρίξ (thrix) betekent haar

Gangbaarheid

  • Het woord 'buikharigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.