burl

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  burl    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbʏrəl/ (1 of 2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • burl
Woordherkomst en -opbouw
  •  burlen ww  zonder de uitgang -en

Werkwoord

vervoeging van
burlen

burl

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van burlen
    • Ik burl. 
  2. gebiedende wijs van burlen
    • Burl! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van burlen
    • Burl je? 

Gangbaarheid

  • Het woord burl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /bɝl/
Woordafbreking
  • burl
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
burl burls

Zelfstandig naamwoord

burl

  1. knoest op boomstam
  2. knoest in hout
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.