cúr

Iers

Zelfstandig naamwoord

cúr m

  1. (havikachtigen) wouw
  2. schuim

Werkwoord

cúr

  1. geselen, tuchtigen, kastijden
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.