schuim
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuim (hulp, bestand)
- IPA: / sxœym / (1 lettergreep); /sxʌʏm/
Woordafbreking
- schuim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuim | - |
verkleinwoord | schuimpje | schuimpjes |
Zelfstandig naamwoord
het schuim o
- iets wat veel luchtbellen bevat
- ▸ Maar je kan een mui herkennen: er slaan daar geen golven om en er is weinig schuim.[3]
- (pejoratief), (maatschappij) personen van laag allooi
- Het schuim der natie.
Synoniemen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. iets dat veel luchtbellen bevat
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schuimen |
schuim
Gangbaarheid
- Het woord schuim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schuim" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "schuim" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schuim op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Dit moet je weten over een mui, een plek die je de zee in kan sleuren”, NOS-stories
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.