cancel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cancel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- can·cel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cancelen |
cancel
Gangbaarheid
- Het woord cancel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: cancel (Australië) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈkænsl̩/
Woordherkomst en -opbouw
- Ontwikkeld uit Middelengels cancellen, ontleend aan Anglo-Normandisch canceler “wegstrepen, schrappen” (mode. Frans chanceler “onvast lopen”, “wankelen”).
- [6] In de betekenis van “iemand boycotten”, aangetroffen vanaf 2018.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to cancel |
he/she/it | cancels |
verleden tijd | cancelled canceled |
voltooid deelwoord |
cancelled canceled |
onvoltooid deelwoord |
cancelling canceling |
gebiedende wijs | cancel |
Werkwoord
cancel
- overgankelijk annuleren, schrappen
- overgankelijk afbestellen
- overgankelijk (techniek) uitschakelen, onderdrukken (van ruis e.d.)
- overgankelijk uitsluiten
- overgankelijk (straattaal) uit de weg ruimen, ombrengen
- overgankelijk (VS) geen financiële, politieke of morele steun geven aan iemand op grond van diens controversieel geachte uitlatingen of handelingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.