straattaal

Niet te verwarren met: substraattaal, superstraattaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  straattaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstratal/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • straat·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord straattaal straattalen
verkleinwoord straattaaltje straattaaltjes

Zelfstandig naamwoord

destraattaalv/m

  1. (taalkunde) informele, soms ruwe taal met veel invloed uit talen van immigranten, gesproken in groepen mensen die elkaar vaak op straat treffen, zoals jongeren, zwervers en boeven
    • Amsterdam is de oorsprong van veel van de straattaal van nu. 
     Met een zwaar Israëlisch accent waren al zijn grappen bezaaid met grove straattaal.[1]
  2. (bij uitbreiding) mengtaal die op deze manier ontstaat
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord straattaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.