canjear

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
canjear
canjeaba
canjeado
volledig

Werkwoord

canjear

  • overgankelijk
  1. ruilen, uitwisselen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.