uitwisselen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitwisselen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·wis·se·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitwisselen
wisselde uit
uitgewisseld
zwak -d volledig

Werkwoord

uitwisselen

  1. overgankelijk wederzijds ruilen
  2. een bericht naar elkaar sturen
     'Dat doet nauwelijks onder voor Zorn'was Lauritz'eerste spontane commentaar en Sverre en Johanne wisselden een korte verrukte blik uit.[1]
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitwisselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.