cansar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
canso cansava cansat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

cansar

  1. vermoeien
  2. uitputten, afmatten
  3. vervelen, irriteren
Afgeleide begrippen


Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cansar
cansaba
cansado
volledig

Werkwoord

cansar

  • overgankelijk
  1. vermoeien, uitputten, afmatten
  2. vervelen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.